
Diploma eisen

ENVOZ is sinds 1980 aangesloten bij de IFSTA (International Federation of Swimming Teachers Association) en heeft daarmee een samenwerking met landen zoals Australië, Engeland, India, USA en Hong Kong. Onze opleidingen en uitgegeven diploma’s worden daardoor wereldwijd geaccepteerd.
De diploma’s bestaan uit 3 niveaus en werkt met de ‘verkeerslichtmethode’. De kleuren geven de ‘weg’ aan die een zwemmer doorloopt. Bij niveau 1 (rood) staat de basis van techniek centraal. Tijdens niveau 2 (geel) neemt de vaardigheid toe en wordt er meer gewerkt aan de zwemveiligheid. Niveau 3 (groen) is bereikt wanneer de zwemmer in staat is het aangeleerde toe te passen en heeft groen licht voor deze leerlijn. Let op, dit betekent nog geen garantie op veiligheid, want het is aan de inzet van de zwemmer (en mensen om de zwemmer heen) om de aangereikte vaardigheden te blijven oefenen en met regelmaat te blijven zwemmen om zo het niveau van het diploma voort te zetten.
Benieuwd wat nou precies de eisen zijn voor elk diploma? Bekijk hier de diploma eisen.
Teddybeer niveau 1 | Teddybeer niveau 2 | Teddybeer niveau 3 | Peutersurvival niveau 1 | Peutersurvival niveau 2 | Peutersurvival niveau 3 | Zwemdiploma A | Zwemdiploma B | Zwemdiploma C | Snorkel niveau 1| Snorkel niveau 2 | Snorkel niveau 3
Teddybeer niveau 1
Zittend op de rand van het bad het water in gaan
(hulp mag). Het kind begeeft zich in (voor hem/haar)
diep water, waarbij het hoofd onder water gaat.
Water over het hoofd spetteren.
Aan de hand loopbewegingen maken in het water.
Liggend op de buik 5 meter door het water getrokken worden.
Liggend op de rug 5 meter door het water getrokken worden.

Teddybeer niveau 2
Loop 5 meter in ondiep water (alleen)
Dit moet in (voor hem/haar) borstdiep water.
Bellen blazen hangend aan de rand van het bad.
Bij het bellen blazen moet de mond van het kind onderwater zijn.
2 banen door het water getrokken worden, waarbij 1 baan op de buik en 1 baan op de
rug. Tijdens het voorttrekken draaien van buik naar rug.
Vanaf ten minste 2 meter, zelfstandig naar de kant komen. De bedoeling van deze vaardigheid is dat het kind enige afstand kan overbruggen en
dat het zich daarna aan een steunpunt (de kant) vast blijft houden tot hulp aanwezig is.
Het voortbewegen mag op alle mogelijke manieren.
Rechtopstaand een rondje draaien. Dit moet gebeuren in (voor hem/haar) diep water.

Teddybeer niveau 3
Zelf van de kant in water springen, omdraaien en de
rand van het zwembad vastpakken.
Op de buik een afstand van 5 meter afleggen met gebruik
van armen en benen.
Op de rug een afstand van 5 meter afleggen met gebruik van armen en benen.
In tenminste 0,5 meter diep water een voorwerp van de bodem pakken, waarbij het hoofd onderwater gaat.
Zelf uit het zwembad komen (de trap mag gebruikt worden).

Peutersurvival niveau 1
In zwemkleding, T-shirt korte mouw en korte broek.
Zelf van de kant in het water springen of vallen in
diep water, daarna zelf eruit klimmen.
Onder water gaan met adem ingehouden waarna boven komen en drijven als een zeester gedurende 5 tot 10 tellen ontspannen ademhalen.
Zonder hulp 5 meter op de rug zwemmen met alleen de benen.
Zonder hulp 5 meter op de buik zwemmen met armen en benen.
Op minimaal 0,75 meter een voorwerp opduiken waarbij het kind uitblaast om diepte te maken.
Door het water kunnen verplaatsen door middel van een drijvend voorwerp vast te houden

Peutersurvival niveau 2
In zwemkleding, T-shirt lange mouw, lange broek,
sokken, schoenen
Zelf te water met (loop)fietsje/skippybal/step.
Onder water laat het kind laat deze los, gaat dan op de rug drijven en roept om hulp.
Zelf 6 meter op de rug zwemmen met alleen de benen.
Zelf 6 meter op de buik zwemmen met armen en benen, waarbij een paar keer ademhalen.
Op 1 meter diepte een voorwerp aanraken, helemaal onderwater gaan met de ogen open. En adem uitblazen om diepte te kunnen maken.
Rechtop in het water aan een drijvend voorwerp, om zich heen kijken, loslaten en zelf op de buik of de rug naar de dichtstbijzijnde kant zwemt. Daarna zelf eruit klimmen.

Peutersurvival niveau 3
In zwemkleding, trui lange mouw, lange broek, sokken
en schoenen.
Zelf te water gaan vanuit een (kantelende) boot of sup.
Verticaal oriënteren en naar de dichtstbijzijde kant bewegen.
Zelf 8 meter op de rug zwemmen met alleen de benen.
Zelf 8 meter op de buik met armen en benen, met pauzes (op de rug drijven).
Op 1 meter diepte iets kunnen pakken of aan- raken met ogen open en blazen om diepte te kunnen maken.
Vast houden aan de mat, er onder door zwemmen en weer vasthouden waarna naar de dichtstbijzijnde kant wordt gezwommen.
Enige tijd rechtop boven water blijven om te oriënteren en naar de dichtstbijzijnde kant te bewegen.

A diploma
Kledingeisen:
Hemd, blouse of T-shirt, korte broek, sokken
en schoenen.
Met extra kleding:
Spring van de kant met een 360.
Zwem onder de noodle door en zwem 25 meter schoolslag. Klim over een mat heen en zwem aansluitend 25 meter enkelvoudige rugslag.
Met zwemkleding:
Duik het water in en zwem 3 meter onder water. Zwem daarna 50 meter schoolslag, klim over de mat en zwem vervolgens 50 meter rugslag. Klim er zelfstandig uit.
Duik het water in en blijf 3 seconden drijven op je buik. Zwem 8 meter borstcrawl.
Zet met twee benen af tegen de zijkant en zwem 6 meter rugcrawl.
Spring van de kant met een hurksprong, zwem 3 meter naar de mat, klim erop en val achterwaarts (met de billenbom) er af. Kom door een liggende hoepel naar boven en klim op de kant.
Spring als een potlood van de kant en ga 1 minuut watertrappelen onderbroken door een keer als een potlood zinken door uit te blazen.

B diploma
Kledingeisen:
Hemd, shirt, korte broek, sokken en schoenen.
Met extra kleding:
Spring van de kant met een halve draai
en blijf 15 seconden watertrappelen.
Zwem 50 meter schoolslag en zwem 50 meter enkelvoudige rugsIag, tussendoor 1 keer onder een mat door zwemmen.
Klim er zelfstandig uit.
Met zwemkleding:
Duik een voorwerp van de bodem op 6 meter afstand op. Zwem vervolgens 100 meter schoolslag, door een hoepel over een mat en val achterwaarts (bollenbom) er af.
Zwem 75 meter enkelvoudige rugslag en klim er zelfstandig uit.
Duik het water in en blijf 3 seconden drijven waarna 10 meter borstcrawl.
Spring in het water met een hurksprong en zet met twee benen af en blij 3 seconden drijven. Daarna zwem je 10 meter rugcrawl.
Vanaf een vlot schakel je hulp in en red je met een noodle een drenkeling.
Spring met de hurksprong in het water en blijf 5 seconden onder een omgeslagen boot. Daarna zwem je 2 meter naar beneden.
Rol het water in en blijf anderhalve minuut watertrappelen onderbroken door een hulp drijfmiddel die je 20 seconden mag gebruiken.

C diploma
Kledingeisen:
Hemd, shirt met lange mouwen, lange broek,
sokken en schoenen.
Met extra kleding:
Val achterwaarts (billenbom) in het water en ga 15 seconden watertrappelen, gooi vervolgens een bal terug op 2 meter afstand.
Zwem 100 meter schoolslag ga onder en over de mat en rol het water in. Zwem vervolgens 50 meter enkelvoudige rugslag met een bal. Klim er zelfstandig uit.
Duik (met afzet) en zwem 8 meter onderwater.
Rol achterwaarts het water in en klim vervolgens op de kant om een drenkeling te redden met een noodle.
Trek een drenkeling met noodle naar de kant op een afstand van 15 meter.
Spring door een gat, onder water naar de mat, klim erop en rol erover en klim nog een keer op de kant.
Met zwemkleding:
Zwem 25 meter snel.
Ga in het water met een schrede-/hurksprong en zwem 50 meter enkelvoudige rugslag en rugcrawl, zwem 35 meter schoolslag en 15 meter borstcrawl.
Spring met een potloodsprong in het water, blijf gedurende 2 meter wrikken richting de voeten en ga dan watertrappelen. 30 seconden gelijkbenig, 30 seconden ongelijkbenig watertrappelen, als laatste 20 seconden alleen met de armen en klim uit het water.

Snorkel niveau 1
Voordat we te water gaan:
Het OK-teken tonen.
Omhoog teken tonen.
Omlaag teken tonen.
Met fins/flippers:
Fins/flippers op de kant aantrekken en minimaal 5 meter (achterwaarts) lopen. Te water gaan en aansluitend 25 meter flipperen op de rug en 25 meter op de zij met een arm naar voren en de ander langs het lichaam.
Met een duik te water gaan en 10 meter onderwater zwemmen.
Met basisuitrusting:
Met schedesprong te water gaan, gevolgd door 50 meter snorkelen waarbij 2 keer een hoekduik wordt gemaakt met de juiste manier van boven komen, snorkel leegblazen en verder snorkelen zonder het hoofd uit het water te halen.
Te water gaan met bril en snorkel op en zwemvliezen in de hand. Trek de zwemvliezen in het water aan. Snorkel aansluitend 100 meter met een correcte beenslag. Duik in iedere baan met een hoekduik een voorwerp op, laat deze zien en snorkel verder.
Gooi de basisuitrusting in het water, doe in het water alles binnen 1 minuut aan en ga weer op de kant zitten.

Snorkel niveau 2
Communicatie:
Niet OK (dichtbij) teken tonen.
Niet OK (veraf aan wateroppervlakte) teken tonen.
Teken voor langzamer tonen.
Teken voor sneller tonen.
Met fins/flippers:
Te water gaan met een schredesprong en aansluitend 25 borstcrawl zwemmen.
Met een duik te water gaan en 15 meter onder water zwemmen.
Start in het water en zwem 25 meter met alleen de snorkel in.
Met basisuitrusting:
Te water gaan met bril op. Onder water de bril half vol water laten lopen en onder water weer leegblazen.
Starten vanuit het water en 25 meter snorkelen met de dolfijnbeenslag.
Starten van uit het water met 25 meter snorkelen. Al zwemmend de snorkel uit de mond halen, over de rug van de ene in de andere hand brengen en vervolgens de snorkel weer in de mond doen en leegblazen. Doe dit 2 keer.
Met commandosprong te water gaan en 50 meter snorkelen. Maak een hoekduik en
zwem onder water door 2 hoepels, welke minimaal 4 meter uit elkaar staan. Kom ver- volgens met de juiste procedure boven en blaas de snorkel leeg zonder het hoofd uit het water te halen en snorkel verder.
Start in het water. Snorkel 100 meter waarbij 4 voorwerpen van de bodem worden ge- haald en al snorkelend in het snorkelnetje worden gedaan.
Ga 25 meter snorkelen met gebruik van 1 zwemvlies en houd het andere zwemvlies gestrekt voor.

Snorkel niveau 3
Voordat we te water gaan:
Ik begrijp je niet gebaar tonen.
Ik ben duizelig gebaar tonen.
Kijk (ik doe het voor) gebaar tonen.
Stoppen gebaar tonen.
Niet doen gebaar tonen.
Met fins/flippers:
Starten in het water en 50 meter borstcrawl zwemmen.
Met een kopsprong te water gaan en 20 meter onder water zwemmen.
Met basisuitrusting:
Te water gaan met zwemvliezen aan en bril met snorkel in de hand. Onder water gaan, bril op zetten en leegblazen, boven komen en laten zien dat de bril leeg is.
Start in het water. Snorkel 50 meter met een buddy, waarbij er regelmatig contact is tus- sen de buddy’s en elke baan minimaal 1 keer contact is door middel van een snorkelteken.
Starten in het water met een buddy en 25 meter Buddy Breathing toepassen. Geef de
snorkel minimaal 4x door.
Te water gaan en 50 meter snorkelen. In de eerste baan op een mat klimmen en met een
rol achterover weer te water ingaan. In de tweede baan een koprol voorover maken.
Over een afstand van 25 meter een buddy in de zeemansgreep vervoeren, aansluitend
de buddy 30 seconden met het gelaat boven water houden.
Te water gaan met zwemvliezen en snorkeluitrusting in de hand, aansluitend de uitrus- ting aan doen en 75 meter snorkelen. In de tweede baan met een hoekduik een voor- werp van de bodem pakken en deze, zonder boven water te komen, 6 meter verder op een afgesproken plaats weer neerleggen.
Starten in het water en 50 meter snorkelen. Ondertussen in minimaal 2 hoekduiken 4 pvc- buisjes (voorzien van bochtjes) naar boven halen en al snorkelend in elkaar zetten.

1_.png)


